Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)

De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) regelt rechten en plichten van de individuele patiënt en de zorgverlener in hun onderlinge relatie. Behalve de rechten van de individuele patiënt zijn in de wet ook artikelen te vinden die een relatie hebben met de kwaliteit van zorg. De WGBO benadrukt de eigen verantwoordelijkheid van de hulpverlener voor zijn handelen door hem te verplichten altijd te handelen als goed hulpverlener. 

De WGBO legt de volgende verplichtingen c.q. rechten op:

  • Informatieplicht;             
  • Toestemmingsvereiste (informed consent);       
  • Dossierplicht;    
  • Bewaarplicht;    
  • Vernietigingsrecht;         
  • Recht op inzage;              
  • Geheimhoudingsplicht.

Informatieplicht

De fysiotherapeut verstrekt de patiënt de informatie die deze nodig heeft om zelf op een verantwoorde manier beslissingen te nemen over zijn gezondheid. De nadruk ligt op het ‘samen beslissen’. 

Daarnaast heeft de hulpverlener de verplichting om tijdig overleg te voeren met de patiënt waarbij de patiënt ook wordt uitgenodigd tot het stellen van vragen.

Toestemmingsvereiste (informed consent)

Voor iedere geneeskundige (be)handeling is toestemming van de patiënt vereist. De fysiotherapeut moet de patiënt dusdanig informeren dat de patiënt in staat is zijn besluit weloverwogen te nemen.

Toestemming bij minderjarigen.
Behandeling van kinderen jonger dan 12 jaar vereist alleen toestemming van de ouders Bij minderjarigen tussen de 12 en 16 jaar is toestemming nodig van zowel het kind als de ouders.  Voor beide categorieën geldt dat, wanneer de ouders gescheiden zijn, er toestemming vereist is van beide of één van beide ouders indien deze laatste ouder is belast met het ouderlijk gezag.

Dossierplicht

Goede hulpverlening is het doel van het houden van een dossier. Goede hulpverlening betreft zowel de kwaliteit als de continuïteit van zorg.

Voor de dossiervorming is de concrete situatie bepalend voor de inhoud van het dossier; de fysiotherapeut beoordeelt zelf wat voor een goede hulpverlening noodzakelijk is.

Bewaarplicht

Een dossier moet 20 jaar worden bewaard. Daarbij wordt gerekend vanaf het tijdstip waarop de gegevens zijn vervaardigd, of zoveel langer als ‘de hulp van een goede zorgverlener’ met zich meebrengt.  Ook bij overlijden van de patiënt geldt de bewaartermijn.

Bij een overname van de praktijk gaan de verplichtingen, waaronder de bewaarplicht, over op de opvolger.

Vernietigingsrecht

De patiënt kan de fysiotherapeut verzoeken (een deel van) zijn dossier te vernietigen. Aan dit verzoek moet binnen één maand worden voldaan. Bij complexiteit van het verzoek kan die termijn met nog eens twee maanden worden verlengd.

Alleen als er een wettelijk voorschrift of het aanmerkelijk belang van een ander dan de patiënt tegen vernietiging is, wordt het dossier bewaard. De wet stelt de eis dat de gegevens in ieder geval na 20 jaar moeten worden vernietigd.

Het vernietigingsrecht van de patiënt gaat boven de bewaarplicht van de fysiotherapeut. Het verzoek tot vernietiging dient idealiter bewaard te worden.

Recht op inzage

De patiënt heeft recht op kosteloze inzage van zijn dossier.  Er zijn twee uitzonderingen:

1) als de bescherming van de privacy van een ander in het geding is, of

2) als de patiënt, wanneer hij beschikt over de informatie, een gevaar voor zichzelf of anderen zal worden.

Nabestaanden hebben een wettelijk recht op inzage in het dossier van een overleden patiënt.  Omstandigheden waaronder nabestaanden inzage kunnen krijgen:

  1. Wanneer de patiënt bij leven hiervoor toestemming heeft gegeven;
  2. Wanneer op grond van de Wkkgz een mededeling van een incident is ontvangen;
  3. ‘Voor een ieder’ op grond van een zwaarwegend belang;
  4. Voor de ouders en voogd van een overleden kind jonger dan 16 jaar  geldt een bijzondere regeling voor inzage.

Persoonlijke werkaantekeningen zijn van de zorgaanbieder en geen onderdeel van het medisch dossier.

Een patiënt heeft het recht op correctie van onjuiste gegevens in het dossier.

Geheimhoudingsplicht

Het is de hulpverlener niet toegestaan zonder toestemming van de patiënt inlichtingen over de patiënt aan anderen te verstrekken.

Omvang geheimhoudingsplicht.
Het recht op geheimhouding van de patiënt omvat de bewust vertrouwelijk gedane mededeling en alle informatie van (niet-)medische aard verkregen door de hulpverlener middels anamnese, diagnostisch onderzoek en waarneming.